Snel handelen werkt


Verhalen uit het veld

Leerlingen en verzuim – een combinatie die misschien wel teruggaat tot de eerste kleitabletten en rotstekeningen. Was schoolgaan ooit voorbehouden aan een selecte groep, de invoering van de leerplicht dwong ieder kind naar het klaslokaal, en de overheid tot handhaven. In de vorige eeuw begon de Nederlandse overheid dan ook serieus werk te maken van de bestrijding van verzuim. Sindsdien maken scholen en gemeenten gebruik van allerlei, al dan niet beproefde, middelen om leerlingen – letterlijk – bij de les te houden. Soms standaard, soms maatwerk. De rode draad: snel optreden werkt.

Als er één ding opvalt, is het wel dat scholen een heel apparaat hebben opgetuigd om verzuim te voorkomen, dan wel te bestrijden. Natuurlijk varieert de situatie per school – kleinere scholen pakken het kleinschaliger aan – maar met de aanwezigheid van zorgcoördinatoren, verzuimcoördinatoren, orthopedagogen, loopbaanbegeleiders, psychologen en sociaal raadslieden kun je gerust spreken van een bescheiden verzuimindustrie.

Scholengemeenschap Lingecollege, Tiel

Duncan Lens, verzuimcoördinator vmbo-vestiging


‘Zo snel mogelijk de ouders erbij halen’

Tiel, middelgroot stadje in de Betuwe. Scholengemeenschap het Lingecollege heeft er drie dicht op elkaar gelegen vestigingen. Duncan Lens is verzuimcoördinator bij de vmbo-vestiging, die ruim 950 leerlingen telt. Hij is nu een jaar of zes coördinator. Vóór die tijd bestond de functie nog niet en deden collega’s dit werk er een beetje bij. ‘Helaas hebben wij nog geen machine-koppeling met het verzuimregister, daar zitten wat technische problemen. Dus ik moet nog ouderwets inloggen, dat gaat in totaal om een paar honderd meldingen per jaar. Aangezien ik de enige ben die dit doet, leur ik al een tijdje om het goed geregeld te krijgen…’

‘Desalniettemin is de registratie van verzuim op zijn school de afgelopen periode stelselmatig verbeterd’, zegt hij. ‘Vooropgesteld: problemen zijn er natuurlijk altijd. We hadden de afgelopen jaren een paar thuiszitters, maar daar hebben we – school, gemeente, maatschappelijk werk – gezamenlijk de schouders onder gezet en nu is er nog één. Wat verzuim in het algemeen betreft, zitten we voor mijn gevoel in een dalende lijn, al wisselt dat per schooljaar. De oorzaken liggen niet altijd op school, maar vaak ook thuis. Scheidingen, ouders die van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat weg zijn… Alleen al contact leggen is soms lastig.’ Terwijl ‘snel handelen’ juist een belangrijke remedie tegen verzuim is. ‘Je moet zo snel mogelijk de ouders erbij halen’, zegt Duncan. ‘Vaak kun je het dan binnen een week rechttrekken. Als het nodig is, schakelen we ook de mentor in, en als het verzuim aan blijft houden, de leerplichtambtenaar. Wij hebben gelukkig een goeie, die gaat echt met de ouders en de leerling in gesprek. En de school laat leerlingen de gemiste uren meteen inhalen. We noemen dat een ‘vierkant rooster’ – dan moet de leerling de hele week van 8 tot 4 op school zijn. Dan kan hij bijvoorbeeld ook gemiste proefwerken inhalen.’

Het is moeilijk te zeggen of leerlingen de schoolaanpak ervaren als ‘belangstelling’ of ‘strengheid’. ‘Over het algemeen vinden ze het vrij vervelend dat wij er zo bovenop zitten’, zegt Duncan. ‘Dat geldt met name voor de regels die we hanteren voor te laat komen – ook een vorm van verzuim. Dat liep op een gegeven moment echt de spuigaten uit, dus daar zijn we strenger gaan optreden. En dat werpt zijn vruchten af. Echte winst kan zijn school nog behalen bij de aanpak van thuiszitters, denkt Duncan. ’Maar dat probleem is taaier dan leerlingen die ’s ochtends een kwartiertje te laat binnenkomen. Het is een landelijk probleem, het speelt niet alleen op onze school. Je moet allerlei officiële kanalen bewandelen, ouders zijn niet altijd welwillend, hebben soms slechte ervaringen met instanties… Dat kan maanden duren.’

ROC Graafschap College, Doetinchem

Alex Jansen, manager Loopbaanplein


‘Wij bieden een behoorlijk apparaat aan ondersteuning’

Het Achterhoekse Graafschap college is een regionaal opleidingscentrum (ROC) in Doetinchem, met een hoofdvestiging en elf nevenvestigingen in de regio. Ongeveer tienduizend studenten lopen er rond, en dat maakt het Graafschap college volgens manager van het Loopbaanplein Alex Jansen tot ‘een middelgroot ROC’. ‘Er zijn veel grotere. Maar op het gebied van studentenbegeleiding hebben wij een goede naam.’

Die goede naam heeft het Graafschap college mogelijk te danken aan het legertje professionals dat de school ten dienst staat waar het gaat om het begeleiden van studenten. Niet alleen kan iedere student gebruikmaken van de diensten van een studieloopbaanbegeleider, er lopen ook decanen rond en orthopedagogen, psychologen, sociaal raadslieden, trajectbegeleiders, medewerkers verslavingszorg… ’Soms hebben jongeren complexe problemen’, verklaart Alex de aanwezigheid van deze brede groep hulpverleners. Toch schat hij het Doetinchems verzuim in al zijn vormen niet groter dan elders in het land. ‘Laatst deed zich een interessant fenomeen voor: de school kreeg een digitaal ziekmeld-systeem, waarmee je je ziek kunt melden met een app of internet, in plaats van telefonisch. Het lijkt er op dat het ‘ongeoorloofd verzuim’ daardoor daalt en het aantal ziekmeldingen stijgt. Studenten die spijbelen willen zich nog wel eens ziekmelden.’

De school ging een paar jaar geleden werken volgens een verzuimprocedure waarbij de studieloopbaanbegeleider nog dezelfde dag contact opneemt met de leerling die verzuimt. ‘Het principe is belangstelling, geen controle,’ zegt Alex. ‘We vragen wat er aan de hand is en of we de leerling eventueel kunnen helpen. Soms kan een zieke leerling toch vanuit huis lessen volgen.’ En al hanteert niet iedereen binnen het Graafschap college de procedure altijd even consciëntieus, het principe is duidelijk: snel aandacht geven werkt positief, daarvan is Alex overtuigd. ‘Ernstig verzuim leidt tot uitval, dus door er altijd vroeg bovenop te zitten kun je het verminderen. Factoren die dit lastig maken zijn de grootte van de school en de diversiteit aan problemen van studenten.’

Alex meent dat studenten de aanpak van de school wel waarderen. ‘We bellen. We zeggen ‘we missen je’. Zulke positieve aandacht is fijn, zeker als je echt ziek bent. Spijbelaars voelen dat we ze achter de broek aan zitten en dat stimuleert ze om het niet te bont te maken.’

Dat de oorzaken van verzuim vaak thuis liggen, beaamt Alex. ‘Maar ook dan geldt: door snel contact op te nemen, krijg je als school ook eerder een beeld van de thuissituatie. Mogelijk kun je dan zelfs iets doen. Onze school heeft een behoorlijk apparaat aan ondersteuningsfaciliteiten, we kunnen veel doen op het gebied van begeleiding en hulpverlening. Het lastige is alleen dat problemen vaak niet in een oogopslag duidelijk zijn. Ook dat kost tijd.’

Aloysius Stichting

Claudia Koppenaal, gedragswetenschapper en functioneel beheerder


‘Als onze leerlingen niet komen opdagen, is er vaak een goede reden voor’

De Aloysius Stichting is een landelijke stichting voor scholen in het speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs. De in totaal 45 scholen zijn door heel Nederland te vinden van Den Helder tot Roermond. Claudia Koppenaal, die de nogal uiteenlopende functies van gedragswetenschapper en functioneel beheerder combineert, vertelt over verzuim in een ‘speciaal’ onderwijsveld.

‘Verzuimprobleem? Nou, ik weet niet of ik het zo moet noemen…’ Het hoeft niet te verbazen dat ‘verzuim’ in het speciaal onderwijs in veel gevallen een andere lading heeft dan in het reguliere onderwijs. ‘…maar natuurlijk hebben wij ook met verzuim te maken’, erkent Claudia. ‘Als leerlingen niet komen opdagen, is daar vaak een goede reden voor. Dan lijkt het in eerste instantie op verzuim, maar blijkt later dat er iets anders aan de hand is. Sommigen hebben psychische problemen, anderen ervaren onveiligheid, soms heel letterlijk, bij het overbruggen van de afstand van huis naar school, weer anderen zitten in een zorginstelling… Vaak zijn er verzachtende omstandigheden.’ Aloysius-scholen werken allemaal nauw samen met een breed scala aan zorginstellingen, GGD, jeugdzorg, schoolartsen – maar ook de leerplichtambtenaren. ‘We willen het verzuim in kaart brengen om snel de achterliggende reden te weten te komen. Er zijn oplossingen mogelijk, soms krijgen leerlingen een – gedeeltelijke – vrijstelling van de leerplicht.’ De afstanden in de driehoek school-leerling-ouders/verzorgers zijn kort in het speciaal onderwijs’, zegt Claudia. ‘We staan dicht bij leerlingen en we geven het aan wanneer we ons zorgen maken over verzuim, ook bij de ouders of verzorgers uiteraard. Over het algemeen gaat dat goed.’ Over het algemeen? ‘We krijgen wel eens een ziekmelding waarbij we vraagtekens zetten. Ziekte is geoorloofd verzuim, maar hoe vaak kan of mag je ziek zijn? Wanneer je als school twijfelt, kan de verstandhouding wel eens ingewikkeld worden. De school wil ook geen boeman zijn.’ De Aloysius Stichting verzorgt ook onderwijs aan jongeren in het voortgezet speciaal onderwijs, dat opvallend genoeg onder de Wet primair onderwijs valt. Een specialisme daarbinnen betreft leerlingen in jeugdgevangenissen. ‘De samenwerking met de instelling vraagt een extra inspanning om deze jongeren zo goed mogelijk onderwijs te bieden, en om het (ongeoorloofd) verzuim te beperken’, zegt Claudia. ‘Het gaat hier om jongeren die heel specialistische hulp nodig hebben, waarbij hulpverleners (tijdelijk) de plaats van de ouders innemen.
Over het gebruik van het verzuimregister, ten slotte, is Claudia positief. ‘We werken volledig met de machine-naar-machine koppeling, en de directe koppeling met onze leerlingvolgsystemen werkt heel goed.’ Eén minpuntje weet ze slechts te verzinnen. ‘Onze scholen gebruiken applicaties van verschillende leveranciers. Door de minimale eisen is niet alle software van hetzelfde niveau, en daardoor is de kwaliteit van terugkoppeling soms wisselend.’